Woordkeuze is krachtiger dan je misschien denkt. Wat je zegt en hoe je het zegt, kan een enorme impact hebben op hoe je boodschap overkomt en hoe de ander zich voelt. Maar het gaat verder dan dat; taal beïnvloedt ook hoe jij zelf situaties ervaart en verwerkt. Woorden zijn niet zomaar een manier om informatie over te brengen, ze vormen ook de lens waardoor we de wereld bekijken maar ook hoe we die wereld ontvangen en interpreteren.

De Romeinse keizer Marcus Aurelius definieerde: 'het geluk in uw leven hangt af van de aard uwer gedachten'. Het menselijk brein heeft hogere en lagere regionen oftewel, we onderscheiden hersengebieden waar het denken zich afspeelt en het terrein van de emoties en gevoelens. En het denken gaat over taal.

Woorden als Spiegel van je Gevoelens

Heb je ooit gemerkt dat wanneer je jezelf in negatieve termen uitdrukt, je je ook echt slechter gaat voelen? Woorden zoals "moeten",  "moeilijk", "stressvol", of "onmogelijk" kunnen ervoor zorgen dat een situatie veel zwaarder aanvoelt dan misschien nodig is. Als je tegen jezelf zegt: "Dit gaat me nooit lukken," dan zet je jezelf eigenlijk al op achterstand. Je brein hoort dat en denkt: "Oh, oké, dan proberen we het ook maar niet echt."

Maar stel je voor dat je in plaats daarvan zegt: "Dit is een uitdaging, maar ik ga mijn best doen." Merk je het verschil? De situatie blijft hetzelfde, maar de manier waarop je ernaar kijkt verandert compleet. Het woord "uitdaging" roept een gevoel van actie en positiviteit op, terwijl "onmogelijk" juist verlamt.

Taal en Interactie 

Niet alleen voor jezelf, maar ook in interactie met anderen maakt je woordkeuze een enorm verschil. Stel je voor dat je iemand wilt helpen die zich gestrest voelt. Zeg je: "Ja, dat is inderdaad echt heel stressvol," dan erken je hun gevoel, maar je bevestigt ook dat de situatie overweldigend is. Dit kan hen het gevoel geven dat er geen uitweg is.

Probeer eens iets als: "Ik snap dat het veel is, maar wat zou helpen om het iets lichter te maken?" Hier bied je erkenning, maar ook een opening voor oplossingen. Je verandert de focus van het probleem naar mogelijke stappen die iemand kan nemen. Dit kan een wereld van verschil maken in hoe die persoon zich voelt en hoe ze met de situatie omgaan.

Positieve Taal gebruiken

Het gebruik van positieve taal kan niet alleen je stemming verbeteren, maar ook de manier waarop je uitdagingen aangaat. In plaats van te zeggen: "Ik mag geen fouten maken," kun je zeggen: "Ik wil zoveel mogelijk leren." Het eerste legt de nadruk op falen, terwijl het tweede zich richt op groei en leren.

Het gaat erom dat je je taal afstemt op wat je wilt bereiken. Wil je rust? Gebruik dan woorden die rust uitstralen. Wil je actie? Gebruik dan taal die energie en beweging oproept. Woorden zijn als kleine zaadjes die je plant in je geest, en wat je zaait, zul je oogsten.

De Kracht van kleine Veranderingen

Je hoeft geen grootse aanpassingen te maken om een verschil te merken. Begin klein. Vervang negatieve woorden door neutralere of positievere alternatieven. In plaats van te zeggen: "Ik moet dit doen," kun je zeggen: "Ik kies ervoor om dit te doen." In plaats van "Dit is te moeilijk," kun je zeggen: "Dit is nieuw voor mij, en ik ben aan het leren."

Het zijn deze subtiele veranderingen in je woordkeus die je een andere kijk kunnen geven op de situaties die je tegenkomt. En hoe vaker je het oefent, hoe meer het een tweede natuur wordt. Je woorden bepalen je wereld, dus kies ze met zorg. En onthoud: taal kan je beste vriend zijn in het bevorderen van je psychologische gezondheid!