
Heb je jezelf weleens afgevraagd waarom je altijd degene bent die zorgt, oplapt, oplost en redt? Waarom je het zo moeilijk vindt om je grenzen aan te geven of om überhaupt te voelen wat jij nodig hebt? Misschien herken je jezelf dan in het verhaal van het geparentificeerde kind.
Wat is parentificatie?
Parentificatie ontstaat als je als kind emotioneel of fysiek de rol van je ouder op je moet nemen. Misschien moest je zorgen voor je broertjes of zusjes, je ouder troosten of zelfs ‘redden’ uit een depressie, verslaving of instabiele relatie. In plaats van kind te zijn, werd je de volwassene in huis.
Parentificatie is geen bewuste keuze van ouders. Vaak spelen er grote thema’s: trauma, afwezigheid van een partner, psychische kwetsbaarheid of armoede. Maar wat de reden ook is – een kind dat structureel moet zorgen, aanpassen of emotioneel ‘beschikbaar’ moet zijn voor een volwassene, raakt zichzelf kwijt.
De stille gevolgen op volwassen leeftijd
Het geparentificeerde kind groeit op met een diepgeworteld gevoel van verantwoordelijkheid. Dat lijkt misschien positief – je bent zorgzaam, loyaal en sterk – maar de keerzijde is vaak groot. Je leert al jong dat jouw behoeften er niet toe doen. En dat werkt diep door in je volwassen leven.
Hier zijn een aantal veelvoorkomende gevolgen:
1. Altijd zorgen voor anderen – ten koste van jezelf
Je staat altijd klaar voor anderen, maar je eigen grenzen voelen vaag of onbelangrijk. Als je rust neemt of 'nee' zegt, voel je je schuldig. Je hebt geleerd dat liefde iets is wat je verdient door te geven, niet iets wat je zomaar mag ontvangen.
2. Relatieproblemen en codependentie
In relaties voel je je snel verantwoordelijk voor het geluk van de ander. Je trekt mensen aan die hulp nodig hebben of zelf emotioneel niet beschikbaar zijn. Intimiteit voelt onveilig, maar alleen zijn voelt leeg. Je zit gevangen in een patroon van geven, pleasen en jezelf verliezen.
3. Loyaliteitsconflicten en schuldgevoel
Je voelt je schuldig als je ‘afstand’ neemt van je familie of als je kritische gevoelens hebt over je jeugd. Maar echte autonomie en zelfzorg vragen soms juist om die afstand, om te voelen wat jij nodig hebt, los van wat er van je verwacht werd.
4. Moeite met voelen
Omdat je al jong leerde om je gevoelens weg te stoppen en te focussen op anderen, is contact maken met je eigen binnenwereld lastig. Je weet rationeel van alles, maar voelen blijft moeilijk. Dat kan zich uiten in onrust, somberheid, angst of een gevoel van leegte.
Hoe herstel je van parentificatie?
Het begint met (h)erkenning. Je bent niet ‘te gevoelig’, ‘over verantwoordelijk’ of ‘slecht in relaties’ — je bent afgestemd geraakt op overleven. Wat toen nodig was, zit nog steeds in je systeem.
Een paar stappen op weg naar herstel:
-
Stilstaan bij je verhaal. Erkennen dat je tekort bent gekomen zonder je ouders af te wijzen. Dat kan in therapie, of in een (liefdevol) gesprek met jezelf.
-
Je grenzen leren voelen en aangeven. Niet om egoïstisch te zijn, maar om jezelf serieus te nemen.
-
Leren ontvangen. Liefde, steun, rust, aandacht – je hoeft het niet altijd te verdienen.
-
Rouwen om wat je niet hebt gehad. Dat is pijnlijk, maar opent ook ruimte voor groei.
-
Relatiepatronen doorbreken. Niet meer de redder of pleaser zijn, maar gelijkwaardig verbinden.
Je mag kiezen voor jezelf
Als jij jezelf hierin herkent, weet dan: je bent niet alleen. En je hoeft dit niet in je eentje op te lossen. Er is hulp. Met de juiste begeleiding kun je patronen gaan doorbreken en opnieuw leren voelen wat jij nodig hebt.
Wil je daar samen naar kijken in therapie? Ik help je graag om de impact van jouw jeugd beter te begrijpen en stappen te zetten richting meer rust, verbinding en vrijheid.
👉 Neem contact met me op via mijn contactpagina voor meer informatie of een afspraak. Je bent welkom.
Reactie plaatsen
Reacties