Hechting gaat over hoe je je verbindt met anderen. Over hoe veilig nabijheid voor je voelt, hoe je omgaat met afstand, en wat je diep vanbinnen verwacht van relaties. Dat leer je niet uit boeken, maar in de eerste jaren van je leven, in het contact met de mensen die voor je zorgden.

Wanneer er voldoende emotionele afstemming is, leert een kind iets essentieels: ik doe ertoe. Gevoelens mogen er zijn. Ik word gezien, ook als ik het zelf nog niet snap. Maar als die afstemming er onvoldoende is, ontstaat er iets anders. Niet altijd zichtbaar, niet altijd bewust, maar wel voelbaar.

Wel verzorgd maar niet gezien gevoelen

Emotionele verwaarlozing binnen hechting betekent vaak dat een kind wel verzorgd werd, maar zich niet werkelijk gekend voelde. Er was misschien aandacht voor gedrag, prestaties of praktische zaken, maar weinig ruimte voor de binnenwereld. Gevoelens werden niet gespiegeld, niet benoemd of niet serieus genomen. Soms was er liefde, maar geen echte emotionele beschikbaarheid.

Een kind trekt daar logische conclusies uit. Niet in woorden, maar in ervaring. Het leert dat het beter is om weinig te voelen, of juist veel zelf op te lossen. Dat het veiliger is om sterk te zijn dan afhankelijk. Dat nabijheid onzeker kan zijn. En dat verbinding iets is waar je moeite voor moet doen, of juist afstand van moet houden.

Vroegere hechtingservaringen werken door in volwassen relaties

Die vroege hechtingservaringen werken door in volwassen relaties. Vaak zonder dat je precies weet waarom. Je kunt merken dat je verlangt naar verbinding, maar die tegelijkertijd spannend vindt. Dat je jezelf snel aanpast aan de ander en je eigen behoeften uit het oog verliest. Of juist dat je onafhankelijk wilt blijven en moeite hebt met echt dichtbij laten komen.

Ook emoties spelen hierin een grote rol. Als je vroeger weinig begeleiding kreeg bij voelen, is het logisch dat emoties later ingewikkeld zijn. Je kunt moeite hebben om te herkennen wat je voelt, of twijfelen aan je eigen beleving. Soms raken emoties snel te groot, soms blijven ze juist ver weg. En vaak speelt daar een diepgewortelde overtuiging onder: ik moet het zelf doen.

Je kan je hechtingspatronen veranderen

Wat hierbij belangrijk is om te zeggen: hechtingspatronen zijn geen etiketten en geen levenslang vaststaande gegevenheden. Ze zijn ontstaan in een specifieke context en met goede redenen. Ze waren ooit helpend. Maar ze kunnen ook veranderen, als er ruimte komt voor nieuwe ervaringen.

In therapie kijken we samen naar hoe jouw hechtingsgeschiedenis je heeft gevormd. Niet om het verleden te analyseren tot in detail, maar om te begrijpen waarom bepaalde patronen zo hardnekkig zijn. Waarom nabijheid soms schuurt. Waarom emoties zo’n grote rol spelen in relaties. En waarom je soms meer van jezelf vraagt dan eigenlijk nodig is.

Werken met hechting en emotionele verwaarlozing vraagt tijd, zorgvuldigheid en vertrouwen. Het gaat niet over schuld of verwijt, maar over erkenning. Over zien wat er ontbrak en wat dat van je heeft gevraagd. En over langzaam ervaren dat verbinding ook anders kan — met jezelf én met anderen.

Als je jezelf herkent in dit verhaal en merkt dat relaties, emoties of zelfvertrouwen steeds weer terugkomen als thema, dan kan het helpend zijn om hier samen bij stil te staan.
Voor meer informatie of een afspraak, neem dan contact met mij op.